Leergebieden

De doelen waaraan we werken met onze kinderen worden geselecteerd uit 9 leergebieden:

 

1. Leergebied ‘communicatie en taal’

Het stimuleren van de communicatieve vaardigheden is één van de belangrijkste ontwikkelingsdoelen in onze school. Enkel door te communiceren is interactie mogelijk tussen het kind en de buitenwereld.  Het leren begrijpen en gebruiken van een communicatiesysteem bevordert het contact met de mensen en de integratie in de maatschappij. Taal vergemakkelijkt ook het leren in andere leergebieden.

 

2. Leergebied ‘leren leren’

Via het leergebied “leren leren” willen we kinderen zich laten ontwikkelen door hen meer inzicht te geven in hun eigen denken en hun gedrag. We besteden aandacht aan motivatie: het durven en willen leren, denken en doen. Het domein cognitie en metacognitie streeft naar het zelfstandig verwerken van informatie en het leren eenvoudig reflecteren over de eigen denk- en leerhandelingen.

 

3. Leergebied ‘motorische ontwikkeling en lichamelijke opvoeding’

Kinderen hebben veel behoefte aan beweging. Beweging is noodzakelijk om zich te ontwikkelen op alle vlakken. Door te kijken, te luisteren, te ruiken, te voelen en te bewegen ontdekt een kind zichzelf en de wereld. De motoriek van een kind is afhankelijk van zijn mogelijkheden en beperkingen. Alle mogelijkheden moeten we zo goed mogelijk ontwikkelen en benutten. Het is echter vooral belangrijk dat de leerling plezier beleeft aan het bewegen, dat hij een bepaald doel zelfstandig kan bereiken. Aan het stimuleren van de motorische ontwikkeling werken verschillende teamleden: de leerkracht L.O., de klasleerkracht en de kinesist.

 

4. Leergebied ‘muzische vorming’

Dit deelgebied handelt over de vaardigheden die een kind nodig heeft om zijn vrije tijd goed te gebruiken en zinvol in te vullen. De ontwikkeling van het spel en het muzisch handelen staan centraal. Zowel het spelen als het muzisch handelen leveren een rijke bijdrage aan de ontwikkeling van het kind.

 

5. Leergebied ‘sociaal-emotionele ontwikkeling’

Er wordt aandacht besteed aan de opbouw van een positief zelfbeeld en emotiebeleving. Leerlingen moeten hun mogelijkheden leren kennen, leren waarderen, leren ontwikkelen en leren gebruiken. Dit kan groeien wanneer zij zich als mens gewaardeerd voelen en hun mogelijkheden positief ervaren. Door met anderen om te gaan leren we niet alleen de anderen kennen maar bouwen we ook zelfkennis op. Het is belangrijk kinderen op affectief vlak weerbaar te maken. Bij de persoonlijkheidsvorming speelt ook het creatieve aspect een grote rol. Via creativiteit krijgen we de mogelijkheid om ons te uiten en om emotionele gebeurtenissen te verwerken.

 

6. Leergebied ‘ wereldoriëntatie’

Bij het selecteren van ontwikkelingsdoelen wereldoriëntatie houden we rekening met de mogelijkheden en beperkingen van elk kind, met zijn interesses en eventuele vragen. We laten de leerlingen zoveel mogelijk kennismaken met de hen omringende wereld. De redzaamheid staat hier voorop.

 

7. Leergebied ‘wiskunde : functioneel rekenen’

Om zich te handhaven in de maatschappij is het belangrijk vraagstukjes uit het dagelijks leven te kunnen oplossen. Een leerling uit het type 2-onderwijs heeft meer baat bij het feit dat hij in functionele situaties adequaat kan omgaan met numerieke informatie. We denken hierbij aan kleine financiële verrichtingen zoals iets kopen, meten en wegen, omgaan met tijd, … In het leergebied wiskunde staat de functionaliteit dan ook centraal.

 

8. Leergebied ‘ICT’

Ontwikkelen van een positieve houding tov ICT, leerlingen op een veilige, bewuste en kritische manier te leren omgaan met ict, ICT gebruiken als compenserende maatregel bv ifv van communicatie, leren leren (motivatie vergroten), ….

 

9. Godsdienst

De godsdienstlessen worden opgebouwd op basis van het Raamplan voor Godsdienst voor het Buitengewoon Onderwijs.

(bron: www.ond.vlaanderen.be)